Digitale spionage door landen wordt steeds ingewikkelder. Volgens de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) is het steeds moeilijker om te achterhalen welk land achter een cyberaanval zit.
Dat komt omdat landen vaker gebruikmaken van algemene methoden en technieken. De AIVD concludeert dit in haar jaarverslag op basis van eigen onderzoeken.
Managed serviceproviders
Een andere complicerende factor is dat landen steeds vaker internetproviders en managed serviceproviders gebruiken om indirect een doelwit aan te vallen. Deze dienstverleners hebben doorgaans verregaande toegang tot data van organisaties. Het uitvoeren van aanvallen via zulke providers compliceert de detectie, analyse en attributie van digitale aanvallen, aldus de AIVD.
ICT- infrastructuur
Volgens de geheime dienst behoren China, Iran en Rusland tot de landen die Nederland digitaal bespioneren. “Steeds meer landen richten zich op politieke en/of economische spionage. Wij zien in onze onderzoeken dat China, Iran en Rusland daarvan de voorhoede vormen,” is te lezen in het jaarverslag. De AIVD voegt daaraan toe dat in 2017 en 2018 meerdere Nederlandse ambassades in het Midden-Oosten en Centraal-Azië het slachtoffer zijn geweest van digitale aanvallen door een buitenlandse inlichtingendienst. Tevens heeft de AIVD geconstateerd dat de Nederlandse ICT-infrastructuur door sommige landen wordt misbruikt voor cyberspionage, beïnvloedings- en sabotageactiviteiten tegen andere landen.
Het jaarverslag van de AIVD over 2018 is hier te downloaden.