De Britse inlichtingendienst heeft e-mails van journalisten bij internationale media onderschept, bewaard en gepubliceerd. De e-mails werden onderschept in het kader van een ‘testoefening’ en geplaatst op het intranet van GCHQ, de Britse inlichtingendienst. De Britse krant The Guardian die dit bekend maakte, baseert zich daarbij op nieuwe documenten van klokkenluider Edward Snowden.
E-mails van journalisten van onder andere de BBC, Reuters, The Guardian, The New York Times, Le Monde, The Sun, NBC en de Washington Post zijn door de GCHQ onderschept. De inhoud van de e-mails varieert van persberichten aan media tot en met communicatie tussen journalisten over mogelijke verhalen. In de nieuwe documenten is te lezen dat de GCHQ in november 2008 in staat was om binnen tien minuten ongeveer 70.000 e-mails van journalisten te onderscheppen door het aftappen van onderzeese glasvezelkabels.
Bedreiging
Onderzoeksjournalisten worden, volgens de nieuwe documenten, samen met terroristen en hackers als ‘een bedreiging’ voor de geheime diensten gezien. Meer dan honderd journalisten hebben een open brief gestuurd aan de Britse premier David Cameron. Veel van de journalisten werken voor de afgetapte internationale media. In hun brief protesteren deze journalisten tegen de afluisterpraktijken.
Cameron wil het, na de aanslagen in Parijs, wettelijk mogelijk maken om communicatie die niet door de Britse inlichtingendiensten kan worden uitgelezen, aan banden te leggen. Dit gaat volgens de journalisten in tegen de persvrijheid.