De meeste slachtoffers van cybercrime doen hiervan geen aangifte bij de politie. Degenen die dit wel doen, zijn niet tevreden over de afhandeling ervan.
Dit is een van de conclusies van het onderzoek dat recentelijk is uitgevoerd door het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) en de Erasmus Universiteit. Opdrachtgever van het onderzoek was het Onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap.
De helft slachtoffer
Van de circa zeshonderd burgers die aan het onderzoek deelnamen, was iets meer dan de helft ooit slachtoffer van één of meerdere cybercrimedelicten. Dertien procent van de delicten was gerapporteerd bij de politie, 33 procent bij andere organisaties, waaronder banken, meldpunten en helpdesks. Onder de 530 ondervraagde ondernemers waren ruim driehonderd slachtoffers van cybercrime. In veertien procent van de gevallen werd aangifte bij de politie gedaan; 32 procent van de delicten werd (eveneens) gemeld bij andere organisaties.
Verantwoordelijkheid
Als voornaamste redenen om geen aangifte toe doen, noemden zowel burgers als ondernemers dat het geen zin heeft, de politie er niets aan zal doen, of dat ze het zelf wel oplossen. Degenen die wel aangifte deden, waren daar in overgrote meerderheid niet tevreden over. Burgers en ondernemers vonden vooral dat de politie onverschillig was en dat de problemen niet zijn opgelost. Het gebrek aan kennis over cybercrime bij de politie, of dat daar de verantwoordelijkheid niet ligt voor dit type delicten, werd zelden als reden aangevoerd om geen aangifte te doen. “De lage aangiftebereidheid van onlinecriminaliteit lijkt dus niet het gevolg te zijn van een gebrek aan vertrouwen in de manier waarop de Nederlandse politie specifiek onlinecriminaliteit aanpakt, maar meer van een algemeen gebrek aan vertrouwen dat er iets met de aangiftes zal gebeuren”, aldus de onderzoekers.
Klik hier voor het volledige onderzoek Slachtoffer van onlinecriminaliteit, wat nu?