De Nederlandse regering denkt over vier weken een besluit te kunnen nemen over de inzet van een corona-app. Een dergelijke app maakt het mogelijk om mensen te traceren, die in aanraking met een corona-patiƫnt geweest zouden zijn.
Minister De Jonge van Volksgezondheid heeft dit 21 april aan de Tweede Kamer geschreven. De zeven apps die afgelopen weekend tijdens een ‘appathon’ werden gepresenteerd, bleken allen niet klaar te zijn voor gebruik.
Appathon
Er waren tijdens de appathon nog veel vragen over de privacy en veiligheid van de traceerapps. Ook het nut van zo’n app zou nog niet bewezen zijn. De minister schrijft desalniettemin in zijn brief dat hij “blij” is dat de ‘appathon’ de aanzet heeft gegeven tot een breed maatschappelijk dabat. “Ik denk niet licht over de invoering van digitale ondersteuning van bron- en contactopsporing. Ik zal geen concessies doen aan de randvoorwaarden. De eventuele invoering van apps zal gepaard moeten gaan met wetenschappelijk onderzoek,” aldus De Jonge.
Informatieveiligheid
De Kamerbrief vermeldt tevens dat een nieuw team in het leven wordt geroepen om aan een nieuwe oplossing te werken. “Mijn inzet is om snel te kunnen beschikken over een team met de juiste bouwers en ook met experts op het gebied van onder andere informatieveiligheid, privacy, grondrechten, nationale veiligheid en inclusie,” licht de minister toe.
GGD
Volgens de GGD-koepelorganisatie is er nu “geen reden” om een corona-app in te zetten, aangezien de maatregelen van de ‘intelligente lockdown’ verlengd zijn tot 20 mei. Tijdens deze fase heeft de inzet van een dergelijke app weinig nut volgens de gezondheidsdienst.
Klik hier voor de Kamerbrief COVID-19 van minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid.