De gemeente Amsterdam heeft gegevens van Facebook gebruikt om hangjongeren te identificeren. Zij heeft daarvoor in 2015 een Utrechts databedrijf ingehuurd. Via het sociaal medium onderzocht dit bedrijf het netwerk van hangjongeren die bekend waren bij buurtwerkers. NRC heeft hier onlangs over gepubliceerd.
De gemeente heeft verzuimd om de jongeren van wie de vriendennetwerken zijn geanalyseerd, en hun vrienden, hierover te informeren. Tevens heeft zij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) niet op de hoogte gebracht, terwijl dit wel had gemoeten.
Controleren
In een reactie zegt de AP dat de gemeente het project had moeten melden. Allen dan kan de privacytoezichthouder immers controleren of de gemeente correct omgaat met de vergaarde persoonsgegevens. De AP heeft Amsterdam echter nog niet berispt. “Dat gebeurt alleen als we zelf onderzoek hebben gedaan,” heeft woordvoerder Pauline Gras tegen NU.nl verklaard. “Dit oordeel is gebaseerd op het onderzoek van NRC”.
Uiteenlopende informatie
Het databedrijf dat de analyse uitvoerde, trof op Facebook 126 openbare vriendenlijsten van bekende hangjongeren aan. In totaal ging het om ongeveer 65.000 jongeren. Vervolgens werd iedere jongere met minder dan zes onderlinge connecties weggelaten. De resterende 1.200 hangjongeren werden met een bolletje op een kaart gemarkeerd. NRC stelt dat de gemeenteambtenaren hierdoor over uiteenlopende informatie over deze jongeren beschikten.