AP heeft achterstand van 9.800 privacyklachten

Bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) kwam in 2020 een “zorgwekkend” aantal privacyklachten binnen. Wegens een gebrek aan menskracht konden deze pas maanden later worden behandeld.

De AP maakte dit eind vorige week bekend. In het afgelopen jaar ontving de AP bijna 26.000 privacyklachten. Het jaar ervoor waren dat er bijna 28.000.

Topje van ijsberg

“Achter elke klacht kan een drama schuilen, met per geval vele slachtoffers,” vertelt AP-voorzitter Aleid Wolfsen. “Ons onderzoek naar de Belastingdienst bijvoorbeeld begon met een melding van iemand die zei: Ik heb het gevoel dat ik op het verkeerde lijstje sta.” Uit onderzoek van de privacytoezichthouder bleek dat de Belastingdienst persoonsgegevens op een discriminerende manier verwerkte. “Die klacht was het topje van een ijsberg. En vorig jaar klopten dus weer tienduizenden mensen bij ons aan met klachten over organisaties die zich niet aan de wet hielden. Dit blijvend hoge aantal klachten is uiterst zorgwekkend”, aldus Wolfsen.

Schandpaal

Het duurt gemiddeld zes maanden voordat de AP een klacht in behandeling kan nemen. “Door het gebrek aan budget en menskracht kunnen we slachtoffers pas veel te laat en vaak ook niet genoeg helpen. De wachtrij is inmiddels onwaarschijnlijk hoog opgelopen. Er zijn nog 9.800 wachtenden voor u”, licht Wolfsen toe. “Stel je voor dat jij onterecht op een lijstje gezet bent waardoor je geen lening meer kunt krijgen, dat jij online aan de schandpaal genageld bent of dat jouw medische gegevens op straat liggen. Dan kun je niet een half jaar wachten in een rij met 9.800 anderen.”

Aanmelden voor onze nieuwsbrief