Het aantal datalekken is aanzienlijk toegenomen. Vorig jaar maakten bedrijven en instellingen bijna 27.000 keer melding van een datalek bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Dit is een stijging van 29 procent ten opzichte van 2018.
De meeste datalekken vonden plaats in de financiële sector. Bij de overheid steeg het aantal meldingen met 27 procent. De privacywaakhond gaat overheden strenger in de gaten houden. De AP denkt dat niet alle organisaties een datalek melden. Dit is echter wel verplicht.
Gemeenten
Gemeenten maakten met 33 procent het vaakst melding van een datalek binnen de sector openbaar bestuur. Bij de Rijksoverheid was dit 25% en bij verplichte sociale verzekeringen 20% procent. “Gegevens van burgers kunnen bij de verkeerde partij terecht komen. Door een verkeerd verstuurde e-mail of foutief geadresseerde post. Het kan bijvoorbeeld gaan over de wijziging van een sociale voorziening zoals jeugdzorg, WMO of gemeentelijke schuldhulpverlening. Wanneer deze post wordt ingezien door onbevoegden kan dat grote impact hebben op de betrokken personen”, aldus Monique Verdier, vicevoorzitter van de AP.
Digitalisering Nederlandse maatschappij
Het aantal ernstige datalekken heeft onder meer te maken met de voortschrijdende digitalisering. “Door de hoge mate van digitalisering van de Nederlandse maatschappij is het risico op grote en ernstige datalekken in Nederland relatief hoog. Het vereist extra aandacht voor fundamentele vraagstukken als privacybescherming en cybersecurity”, zo laat de Autoriteit Persoonsgegevens weten.
Klik hier voor de Rapportage meldplicht datalekken 2019.