Het Openbaar Ministerie (OM) is bezorgd over het aantal jongeren dat zich schuldig maakt aan cybercrime. Vorig jaar was bij 47 procent van alle cybercrime-zaken iemand van 21 jaar of jonger betrokken. In 2018 was dat 33 procent.
Georganiseerde misdaad
Het OM vindt het verontrustend dat de jongeren de ernst van hun daden niet altijd lijken door te hebben. “Het besef lijkt bij jonge daders soms te ontbreken dat ze echte slachtoffers treffen.” Tegelijkertijd neem de ernst van hun daden toe. Het OM benadrukt dat het niet meer gaat om “eenzame jongeren op een zolderkamer” die uit verveling of frustratie zitten te hacken. “Cybercrime heeft zich vermengd met de georganiseerde misdaad, die heeft ontdekt dat er flink te verdienen valt.”
Whatsapp-fraude
Jongeren denken snel geld te kunnen verdienen door zich in de zware cybercriminaliteit te begeven. Het gaat om uiteenlopende vormen: van DDOS-aanvallen tot computerfraude. Vooral fraude via Whatsapp komt veel voor. Daarbij geeft de dader zich uit voor een familielid of vriend die om geld vraagt. Ook het zogenaamd bellen namens een helpdesk om slachtoffers op te lichten, is een veelgebruikte werkwijze. In 2018 waren er 278 cybercrime-zaken met jonge verdachten. In 2021 was dit toegenomen naar 1.329. Volgens het OM is het gemakkelijker geworden om cybercrime te plegen vanwege de vele tools die hiervoor op internet te koop aangeboden worden.